Skip to main content

Zorgbreedte: Uw kind, onze zorg!

Om de ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen is het natuurlijk in de eerste plaats van belang dat leerkrachten goed observeren en reageren op signalen van de kinderen en ouders. Om dit systematisch te laten plaatsvinden heeft onze school een leerlingvolgsysteem. Dat is een systeem waarbij we de ontwikkeling van de leerlingen systematisch in kaart brengen in vergelijking met een bepaalde vastgestelde norm. Het volgen van de leerlingen begint vanaf dat uw kind op school komt en gaat door tot de leerlingen van school af zijn. Op deze manier kunnen we een bepaalde achterstand of voorsprong vroegtijdig in kaart brengen en er adequaat op reageren.

Ontwikkeling van van leerlingen in de groepen 1 en 2

We observeren tijdens het spelend leren de kinderen van de groepen 1 en 2 aan de hand van de module Leerlijnen van het Jonge Kind in ons webbased leerlingvolgsysteem ParnasSys. Het observatie- en registratiesysteem Leerlijnen Jonge Kind helpt de leerkrachten bij het op systematische wijze verzamelen van informatie over de totale ontwikkeling van een kind. Het systeem helpt ook om de lesstof, ook voor jonge kinderen, gestructureerd aan te bieden. Daarmee kunnen leerkrachten verantwoorden dat ze de juiste dingen doen. Met de Leerlijnen Jonge Kind brengen we in beeld wat uw kind al kan of weet en welke volgende stap in zijn/haar leerlijn mogelijk is. Op basis van deze informatie kan de leerkracht adequaat inspelen op de ontwikkelingsbehoeften en de individuele mogelijkheden van uw kind. Er zijn leerlijnen voor de vier belangrijkste ontwikkelingsgebieden voor jonge kinderen: Taal, Rekenen, Motoriek en Spel. Onze leerkrachten volgen de sociaal-emotionele ontwikkeling met behulp van de module Leerlijnen Sociaal-Emotionele Ontwikkeling. De doelen die bij de leerlingen worden geobserveerd zijn onder meer betrokkenheid, welbevinden en taakgerichtheid/zelfstandigheid. De leerkracht stimuleert en ondersteunt het kind om zich deze doelen eigen te maken, zodat het zich optimaal kan ontwikkelen. Van de registratie van de Leerlijnen Jonge Kind wordt tweemaal per jaar verslag aan u uitgebracht door middel van een rapport.  

Ontwikkeling in de groepen 3 t/m 8

In de groepen 3 t/m 8 worden de toetsen die bij de verschillende methoden horen door de leerkrachten afgenomen en bijgehouden in ons webbased leerlingvolgsysteem ParnasSys. Op deze manier kunnen leerkrachten zien of stof begrepen is en welke leerlingen extra ondersteuning of uitdaging nodig hebben. In de groepen 3 t/m 7 nemen we tweemaal per jaar Cito-toetsen af voor technisch en begrijpend lezen, voor spelling en voor rekenen/wiskunde. Daarnaast hanteren we voor technisch lezen het AVI-systeem. In groep 8 nemen we midden in het jaar nog eenmaal bovengenoemde Cito-toetsen af, waarna doorverwijzing naar het voortgezet onderwijs volgt (zie VO-procedure). In april wordt de landelijke Cito-eindtoets voor het basisonderwijs afgenomen.  

Omdat wij van mening zijn dat een kind zich pas cognitief kan ontwikkelen als het goed in zijn vel zit en zich veilig voelt, besteden wij ook veel aandacht aan de ontwikkeling van sociaal-emotionele vaardigheden aan de hand van de methode Kwink. De eerste weken van het schooljaar zijn we veel bezig met de groepsvorming.

De registratie in de groepen 3 t/m 8 wordt vastgelegd door middel van ZIEN!, in ons leerlingvolgsysteem Parnassys. ZIEN! maakt een analyse van de gegevens uit observaties en geeft dan handelingssuggesties waarmee de leerkracht de groep of een individuele leerling kan ondersteunen. In ZIEN! worden twee graadmeters gehanteerd: welbevinden en betrokkenheid, waarmee gesignaleerd wordt of een leerling in staat is te profiteren van het onderwijsaanbod. De scores op de vijf sociale vaardigheden sociaal initiatief, sociale flexibiliteit, sociale autonomie, impulsbeheersing en inlevingsvermogen, maar geven de leerkracht mogelijk inzicht in de oorzaak van een lager welbevinden of lagere betrokkenheid. Daarnaast vullen de leerlingen uit groep 6 t/m 8 ook zelf de vragenlijst in. Dit levert weer andere inzichten voor de leerkracht op.

Zo nodig kunnen wij advies inwinnen bij de orthopedagoog die aan onze school verbonden is of andere externe deskundigen. Elke vorm van ondersteuning wordt eerst met ouders besproken.  

Intern begeleiders (IB) en zorgniveaus

Op de Livingstoneschool zijn twee Intern begeleiders (groepen 1-4 en groepen 5-8) actief die verantwoordelijk zijn voor het maken en het uitvoeren van het zorg- en kwaliteitsbeleid. De intern begeleiders (Ib-ers) bespreken de leerresultaten en het welzijn van de kinderen met de leerkrachten, de ouders en de schoolleiding.

Vier keer per jaar – in november, januari, april en juni – houden de intern begeleider en de groepsleerkracht een groeps-/leerlingbespreking. Tijdens deze bespreking wordt gekeken hoe het met de groep en individuele leerlingen gaat op sociaal-emotioneel en cognitief gebied. Er wordt besproken welke aanpassingen c.q. extra zorg de groep nodig heeft in de komende tijd. Van leerlingen waarover zorg bestaat, worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek gaan we na welke ondersteuning er geboden zou kunnen worden. Aan het begin van het schooljaar voert de leerkracht met elk kind een kindgesprek. Dit is niet alleen belangrijk voor de relatie aan het begin van elk schooljaar maar het kind wordt ook meegenomen in de doelen die het wil/kan behalen.

Voor leerlingen die binnen de school, maar buiten de groep, ondersteuning krijgen, wordt een handelingsplan opgesteld. In het plan staat wat het doel is van de ondersteuning, hoe de ondersteuning georganiseerd wordt en wanneer het plan geëvalueerd wordt op het bereiken van het gewenste effect. We stellen de ouders in kennis van het plan van aanpak dat specifiek voor hun kind wordt opgesteld.

Soms komen we met u tot de conclusie dat advies of hulp nodig is van aan de school verbonden externen, zoals ambulante begeleiders, schoolmaatschappelijk werk, Centrum Jeugd en Gezin, de schoolarts of een logopedist. Na uw toestemming wordt de aanmelding verzorgd door de school.

Passend onderwijs

In augustus 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht geworden. Voor leerlingen die meer of speciale zorg nodig hebben betekent dit dat ouders samen met school kunnen kijken wat een kind nodig heeft. De Livingstoneschool vraagt hiervoor een Meer Partijen Overleg (MPO) aan. In een MPO zitten naast de Ib-er ook experts van het samenwerkingsverband, waaronder een onderwijsspecialist en soms een gezinsspecialist. Per situatie kan dit team ook andere deskundigen uitnodigen om deel te nemen aan het overleg over een specifieke leerling.

Soms zullen wij als school, of u als ouder, zich ondanks de ingezette ondersteuning in toenemende mate zorgen maken of er voor uw kind nog wel passend onderwijs geboden wordt op de reguliere basisschool. Dan kan in overleg besloten worden dat een overstap naar het speciaal basisonderwijs gewenst is. Hiertoe wordt dan een aanvraag ingediend bij de commissie TLV om een toelaatbaarheidsverklaring te verkrijgen die toegang verleent tot Speciaal (Basis) Onderwijs.  

Onderwijsassistent (OA)

Binnen de school zijn er een aantal onderwijsassistenten. Zij bieden extra ondersteuning op het gebied van cognitie of gedrag. Heeft een leerling moeite met plannen of met de prikkelverwerking dan kan de onderwijsassistent Gedrag (kindercoach) deze leerlingen begeleiden.

Als een leerling onvoldoende baat heeft bij de verlengde instructie door de eigen leerkracht, is het mogelijk hem of haar buiten de groep extra ondersteuning op cognitief gebied te bieden bij onze onderwijsassistent. Dit zal soms op individuele basis gebeuren, maar veel vaker gebeurt dit in kleine groepjes en met gebruik van onder andere de methode Bouw!. Dit is een computergestuurd interventieprogramma voor een preventieve aanpak van leesproblemen bij leerlingen in de groepen 2, 3 en 4.

In de groepen 3 en 4 krijgen leerlingen, waarvan wij weten dat zij risico lopen op leesproblemen en leerlingen bij wie het leesproces onvoldoende op gang komt, extra ondersteuning. Hierbij wordt gewerkt aan de snelheid en het foutloos lezen. Zo proberen wij uitval op technisch lezen tot een minimum te beperken.

Mochten kinderen toch ernstige leesproblemen houden, dan is het verstandig te laten onderzoeken of er geen sprake is van dyslexie. Met bepaalde scores is het mogelijk een dyslexie-onderzoek aan te vragen. Uw verzekering vergoedt dit. Het spreekt vanzelf dat ook dit iets is waarin school en ouders gezamenlijk optrekken. Leerlingen bij wie dyslexie wordt geconstateerd hebben recht op extra ondersteuning (buiten school) bij lezen en spelling.

Bij aanhoudend ernstige rekenproblemen is het mogelijk om uw kind te laten onderzoeken door een rekenspecialist om eventueel dyscalculie vast te stellen. Dit gebeurt in overleg met de school. Aan zo’n onderzoek is al een heel traject voorafgegaan.

Op de Livingstoneschool wordt extra ondersteuning worden aangeboden voor kinderen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands. In de school is een NTcoach aanwezig die ouders, leerkrachten en leerlingen hierin begeleid.

Begaafdheid en de Ontdekkersgroepen

Onder begaafde leerlingen verstaan we die kinderen die een A of een A+ score halen op de Cito-toetsen en/of in beeld komen door observatie van de leerkracht. Zij zijn gebaat bij uitdagende leerstof, hebben vaak voldoende aan een korte instructie en beheersen de basisleerstof van een groep goed. Daarnaast zijn deze leerlingen veelal creatieve denkers. Zo ontstaat een groep leerlingen binnen de groep die op een of meerdere vakgebieden pluswerk krijgt aangeboden, digitaal of op schrift. Op onze school zijn wij actief met ontwikkelingsgericht werken. De begaafde leerling zal juist hierin de uitdaging kunnen vinden.

Deze leerlingen krijgen in de groep onderwijs op maat d.m.v. Compacten en Verrijken. Maar ook binnen de begaafde groep zijn er kinderen die extra uitdaging en verdieping nodig hebben en een leervraag hebben. Deze kinderen werken in ontdekkersgroepen (groepsdoorbrekend) buiten de groep aan diverse onderwerpen, waarbij ze een persoonlijk doel willen behalen of kunnen werken aan een persoonlijke competentie.  

Medische handelingen

Als uw kind is aangemeld, wordt u gevraagd een formulier in te vullen wordt u over het verstrekken van medicijnen en verrichten van medische handelingen aan/bij uw kind. U wordt in de gelegenheid gesteld om hier uw toestemming voor te verlenen of te onthouden. Concreet moet bijvoorbeeld gedacht worden aan het verstrekken van bijvoorbeeld paracetamol als een kind hoofdpijn heeft. Ouders die ons hebben verzocht specifieke medicijnen toe te dienen of medische handelingen te verrichten, krijgen hiervoor ook een apart formulier aangereikt waarop ze officieel hun toestemming kunnen geven.  

Veiligheid en BHV

Bij veiligheid kunt u denken aan de fysieke veiligheid van gebouw en plein, maar ook aan het zich veilig voelen van onze leerlingen. Bijvoorbeeld doordat er opgetreden wordt tegen pesten en negatieve groepsculturen (sociale veiligheid). Ten aanzien van de fysieke veiligheid wordt er jaarlijks een veiligheidsronde door de school gehouden. Verder houden we ons aan de voorschriften van de brandweer en de Voedsel en Warenautoriteit. De brandslangen en poederblussers worden gecontroleerd en indien nodig vervangen. Jaarlijks worden ontruimingsoefeningen gehouden. De speeltoestellen worden wekelijks kort gecontroleerd en jaarlijks deskundig geïnspecteerd. De bedrijfshulpverlening (BHV) bestaat uit levensreddende eerste hulp, brandbestrijding en ontruiming. Op iedere school dienen minimaal twee personeelsleden in het bezit te zijn van een diploma Bedrijfshulpverlener. Op onze school zijn dat dit ongeveer acht personeelsleden, waarvan twee een EHBO-diploma hebben. Iedere twee jaar gaan zij op herhalingscursus. Ieder schooljaar wordt minstens tweemaal het ontruimingsplan uitgevoerd en worden de verbeterpunten opgepakt.  

Handelingsprotocol bij grensoverschrijdend gedrag

Binnen het project Schoolveiligheid heeft de gemeente Gouda, in nauwe samenwerking met de scholen (basis en voortgezet), de politie en Bureau Jeugdzorg, een handelingsprotocol voor grensoverschrijdend gedrag ontwikkeld. In dit protocol zijn afspraken vastgelegd hoe te handelen bij onacceptabel gedrag; bij kleine incidenten, zoals bijvoorbeeld een grote mond, en zeer ernstige incidenten, zoals geweldsmisdrijven. Er zijn ook afspraken gemaakt over hoe er binnen de school omgegaan wordt met dit soort incidenten: o.a. registratie van de incidenten; wel of geen aangifte en gesprekken met ouders en leerling. Daarnaast zijn ook afspraken gemaakt over de inzet van de politie (bij strafbare feiten) en Bureau Jeugdzorg (voor hulpverlening).  

Pestprotocol

Wij zijn ons er van bewust dat we met al onze preventieve maatregelen en preventieve methode Kwink voor sociaal-emotioneel leren het pesten niet altijd kunnen voorkomen. Dit vraagt een andere aanpak. Deze aanpak staat beschreven in ons pestprotocol.

Veiligheidsplan

Binnen het project Schoolveiligheid van de gemeente is ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van veiligheidsplannen per school. In deze plannen wordt beschreven op welke wijze de school aandacht besteedt aan de veiligheid in en om de school.

Vertrouwenspersoon

Bij ons op school zijn er twee interne vertrouwenspersonen, zie Schoolgids.